Cahier 05 – nieuwe stadsreparatie Tugelablokken

Geen standaardwerk

Door: Catja Edens

Op een kille dag eind maart, tref ik Jeroen Caderius van Veen (architect en projectleider M3H), Gerrit Potveer (hoofd-uitvoerder Heddes Bouw) en René Peerdeman (toezichthouder Ymere) op de bouwplaats van de Tugelablokken. Het werk is op dat moment in volle gang. Twee van de vijf originele woonblokken van architect Leliman worden vervangen door nieuwbouw, de andere blokken zullen in een volgende fase worden gerenoveerd. Het is een bijzonder project met opvallend veel aandacht voor context en detail. Dat vraagt om toewijding en vakmanschap van alle betrokken partijen en dat is ook het onderwerp van ons gesprek.

Al sinds 1977 werkt hoofd-uitvoerder Gerrit Potveer op de bouw en in die tijd is er veel veranderd. Potveer: ‘Bouwvakkers zijn zich steeds meer gaan specialiseren. Vroeger deed de timmerman van alles, maar tegenwoordig heb je wandenstellers,  metselstellers, keukenstellers, plafonneurs. Iedereen doet zijn eigen stukje.’ Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat mensen heel goed en snel kunnen werken, maar heeft als nadeel dat de overgangen tussen het werk van de ene specialist en dat van de
andere vaak niet goed worden opgelost. Neem bijvoorbeeld de wanden. De stukadoors van beton, gipsplaat en Ytong (gasbetonblokken wanden) stoppen allemaal vóór een hoek, vanuit de gedachte dat de andere partij het dan wel oplost. Potveer: ‘En zo gaat dat met alle vijfenveertig disciplines op de bouwplaats, waarbij iedereen ook nog eens zijn eigen toleranties hanteert. Een groot deel van mijn werk is dan ook de verschillende partijen goed op elkaar af te stemmen.’

Vooral het metselwerk van de nieuwe Tugelablokken is ingewikkeld en
bijzonder. In de gevel worden verschillende soorten staand en liggend
metselwerk gecombineerd en dat vraagt om inzicht en ervaring bij de
metselaars. Potveer: ‘Bij metselwerk komt het mortel strijken heel precies:
dat moet niet te laat gebeuren want dan is het te droog en ook niet te
vroeg want dan is het te nat. Staand metselwerk droogt langzamer
dan liggend metselwerk en het is allemaal ook nog afhankelijk van
omstandigheden als buitentemperatuur en zon en schaduw. Het is dus
belangrijk dat er metselaars aan het werk zijn met gevoel voor mortel.
Daaraan herken je als het ware de handtekening van de vakman.’
Caderius van Veen: ‘Het metselwerk hebben we speciaal voor de bouw
in een kleurenschema op tekening gezet. Die tekeningen hebben we
geplastificeerd als een soort placemats zodat de metselaars ze op de
bouw konden gebruiken.’ Zowel Potveer als Peerdeman geven echter
aan dat de praktijk weerbarstig was voor de metselaars. Bij de combinatie
van de verschillende metselwerkverbanden kwam ook nog de
kunsttoepassing van Atelier NL, een patroon van geglazuurde bakstenen

Lees het hele interview met Jeroen Caderius van Veen, Gerrit Potveer en René Peerdeman in het Cahier 05! (onderaan de pagina)