Cahier 02 – Dynamische Stadsreparaties

Een pleidooi voor duurzame stedelijke vernieuwing

Marc Reniers en Machiel Spaan

M3H neemt het bouwen in de bestaande stad serieus. We vinden het zelfs een noodzakelijke opgave. Ook de overheid is sinds enige tijd weer overtuigd van deze opgave. De kabinetsnota Structuurvisie Randstad 2040[1] uit 2009 stelt dat van het totaal van 500.000 nieuwe woningen er ca. 200.000 in de vier grote steden gerealiseerd moeten worden. En ook voormalig minister van der Laan stelt nadrukkelijk het bouwen in de bestaande stad aan de orde in zijn ‘verstedelijkingsbrief’ van november 2008. Dit heeft in januari 2010 geleid tot de visie Prachtig compact Nederland van de Rijksbouwmeester die op overtuigende wijze de urgentie, de kansen en de voordelen van het bouwen in bestaand stedelijk gebied laat zien.

In grote delen van de bestaande stad, zoals de negentiende-eeuwse ring van Amsterdam, zijn de oorspronkelijke woningen eenvormig en klein. Door hun ligging nabij het stadscentrum en de aanwezige mix van wonen, werken en voorzieningen, hebben de buurten in deze negentiende-eeuwse ring veel potentie. De stedenbouw van gesloten bouwblokken is robuust en nog steeds actueel en de architectuur is rijk en verzorgd. Door goed gebruik te maken van de aanwezige stedelijke potenties en door de ruimtelijke kwaliteiten van de woningen te verbeteren, kunnen deze wijken weer aantrekkelijk worden voor een groot aantal bewoners die nu de stad dreigen te verlaten. Daarmee blijft de stad een levend en vitaal organisme met vele gemeenschappen en atmosferen. Verscheidenheid, veranderbaarheid, maar ook duurzaamheid en continuïteit zijn naast licht, lucht en ruimte kernbegrippen bij deze transformatie- en ontwerpopgave.

Dit is een pleidooi voor dynamische stadsreparaties die op alle schaalniveaus (stad, straat, woning en detail) op een precieze en ingetogen wijze plaatsvinden. Het zijn zorgvuldige transformaties van onderdelen van de bestaande stad die de aanwezige stedelijke kwaliteiten uitbuiten en versterken. Het gaat om gebouwen die de straat weer tot onderdeel van het woondomein en tot ontmoetingsplek maken; om gebouwen met zorgvuldig vormgegeven overgangen tussen openbaar en privé en hoogwaardige collectieve ruimtes; om gebouwen met een diversiteit aan woningentypen die gebruik maken van de potenties van de straat, de tuin en het dak. Het gaat om woningen die optimaal georiënteerd zijn op uitzicht, licht en lucht; om een architectuur die zich verhoudt tot de bestaande bouw, maar daaraan ook een eigentijds gezicht verleent, met een detaillering die oogstrelend is en duurzaam en die bewoners trots maakt op hun woonhuis.

Dit is een pleidooi voor duurzame stedelijke vernieuwing, waarbij het herstel niet alleen bestaat uit het terugbrengen van de oorspronkelijke staat, maar ook uit het verzinnen van slimme innovatieve oplossingen. Daarbij dienen de stad en haar bevolking serieus genomen te worden en moet de bewoner een plek krijgen die hem uitdaagt op eigen wijze te wonen. Dit is een pleidooi voor nieuwe gebouwen in de bestaande stad die lang mee kunnen, die generaties kunnen overleven en die vertellen over het verleden, het heden én de toekomst.