Cahier 03 – Buurten maken

Buurten bij M3H

Allard van der Hoek en Marieke Hillen

Samen met fotograaf Allard van der Hoek bezoek ik drie buurtjes die M3H de afgelopen jaren heeft gebouwd. Het weer is zomers. Er wordt volop buiten geleefd en gespeeld. Onder deze omstandigheden is een praatje snel gemaakt. En het blijkt dat iedereen graag vertelt over zijn leefomgeving.

Sluispoort IJmuiden – een onwennig stads straatje

Als eerste bezoeken we Sluispoort op het voormalig Kennemer-gasthuisterrein in IJmuiden. We nemen de ferry vanuit Amsterdam en zijn in een klein half uur in IJmuiden. Vanaf het Pontplein is het nog tien minuten lopen. Sluispoort ligt tegen het centrum aan.

Als we aankomen in de Vijgenboomhof, is het er uitgestorven. Mensen zijn thuis, maar zitten binnen of in de tuin. Hoewel het een hof heet, is het door zijn vorm en maat eerder een ontspannen, autovrije stadsstraat. In het midden loopt een baan met afwisselend groene veldjes omzoomd door lage hagen en stenen plaatsjes met banken. Voor de huizen is een niet aangeduide strook met gelijksoortige stillevens als privédomein ingericht: bankje, twee stoeltjes met een tafeltje, bloempotten en wat decoratie. Hier en daar staan kinderfietsjes – zonder slot – voor de deur. Af en toe komt iemand aanfietsen voor de pedicure die in een van de woonwerkwoningen is gevestigd.

Gerrie, de glazenwasser, is de enige buiten op straat. Terwijl hij stug doorlapt, vertelt hij: ‘Dit wijkje is net als andere nieuwbouwwijken. Mensen komen er op hetzelfde tijdstip wonen, gaan allemaal vol enthousiasme aan de slag met de inrichting van het huis en de tuin. Ze krijgen kinderen, dat bindt.’ Zijn beschrijving van het collectief beleven van de beginfase horen we nog vaak in andere bewoordingen terug. Afgezien van wat oprecht glazenwasserscommentaar – over ramen die door de architect op ongelukkige plekken zijn geplaatst – vindt Gerrie het een prettig buurtje: ‘Ik zou hier graag wonen.’

Klokslag drie uur komen van alle kanten vaders en moeders de Vijgenboomhof in lopen. De school die aan de buurt grenst gaat uit. Nog geen kwartier later is de plotselinge drukte weer voorbij. Sandra de Vries (38) komt thuis. Haar dochtertjes en een vriendinnetje blijven buiten, met haar jongste gaat ze naar binnen. De aanwezigheid van een fotograaf brengt de meisjes op het idee om een dansje in te studeren.

Sandra komt bij ons zitten. Ze vertelt dat zij en haar man al langer in de Bomenbuurt wonen: ‘We zochten een ruimer huis, maar wilden graag in deze buurt blijven. Op tekening zag dit wijkje er al mooi uit. Na de inschrijving volgde een bewonersbijeenkomst. Op een website werd bericht over het project en de ontwikkelingen. Ook werd een kopersvereniging opgericht, iedereen voelde zich erg betrokken. Toen we hier kwamen wonen, was iedereen met de inrichting van huis en tuin bezig, dat verbindt. Er is nog steeds wel een soort wij-gevoel, we letten op elkaars kinderen, de fietsjes kunnen buiten blijven staan. Maar dat gevoel van het begin is vrij snel weggeëbd. Het is hier minder divers dan waar we eerder woonden. Daar leefde jong en oud naast elkaar, hier is vrijwel iedereen in dezelfde levensfase.

M3H_BUURTENMAKEN_0017_110421-WoBuIJmui-M3H-05.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0018_110421-WoBuIJmui-M3H-07.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0016_110421-WoBuIJmui-M3H-11.tif

We raken aan de praat over de kinderen en buitenspelen: ‘De autoluwe binnenstraat is heerlijk voor de kinderen.’ Jaimy-Anne (7), het vriendinnetje, roept: ‘Ik heb aan mamma gevraagd of ze hier een huis koopt.’

Sandra vervolgt: ‘Ik erger me wel als ik zie dat mensen schuin door steken waardoor de haagjes worden platgelopen.’ Op mijn vraag of zij zich verantwoordelijk voelt voor deze ruimte – er ligt naar mijn idee opvallend veel troep en in de haag woekert de brandnetel – is haar antwoord: ‘Nee, de gemeente zorgt voor het onderhoud, ik raap wel eens wat op.’

M3H_BUURTENMAKEN_0015_110421-WoBuIJmui-M3H-18.tif

Verderop bij het volgende huizenblok zitten nog twee moeders buiten. De grote kinderen waveboarden om hen heen. Als we naar ze toe lopen, stuiten we op een wantrouwen dat in schril contrast staat met de gemoedelijkheid die de buurt uitstraalt. Een moeder vlucht direct naar binnen. De ander geeft aan te druk te zijn met haar kleine zoontje om ook nog een gesprek te voeren.

Een slechtziende vrouw komt naar buiten. Haar huis valt op doordat zij achter het vele glas grote, fel gekleurde doeken heeft geplaatst. Ze vertelt dat ze hier fijn woont: ‘Het enige wat mist is een speelobject voor de kinderen. De gemeente heeft dit niet in de planning opgenomen.’ Als ik haar vraag of zij en andere bewoners hebben geprobeerd om dan gezamenlijk een speel-toestel neer te zetten, schudt zij haar hoofd.

We gaan terug naar onze vriendinnetjes en ontmoeten Jessica Menger (31). Ze heeft een pannetje met aardappels bij zich om te schillen terwijl haar jongetjes buiten spelen. ‘Kan ik ook een pannetje brengen, buurvrouw?’, roept een buurman die langs loopt goedmoedig. Jessica vertelt waarom zij en haar man hier een huis kochten: ‘Het zijn prettige, ruime woningen. Ik vind ze ook mooi. Mijn ouders wonen hierachter. Van tevoren heb ik niet nagedacht over de voordelen, maar nu ik kinderen heb, merk ik hoe fijn een autovrije straat is. Ik ga nu nog mee naar buiten, maar de oudste mag al wel alleen een rondje om ons blok maken.’

M3H_BUURTENMAKEN_0014_110421-WoBuIJmui-M3H-24.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0013_110421-WoBuIJmui-M3H-33.tif

Hoewel het binnengebied zeker door de ouders met kinderen wordt gebruikt, gaat het burencontact wat haar betreft niet verder dan ergens anders: ‘Je zegt elkaar gedag, maar gezamenlijk barbecueën of een straatfeest is er nog niet van gekomen. Als iemand het organiseert, vind ik het leuk en doe ik mee, maar ik ga het niet trekken.’ Dit laatste schetst de sfeer in de Vijgenboomhof. Hoewel de binnenstraat zich bij uitstek leent voor ontmoeting en collectief ruimtegebruik, blijven de bewoners zowel op fysiek als sociaal vlak binnen de onzichtbaar getrokken grenzen van het privédomein. Ik vraag me af of de afstandelijkheid die ik deze middag bespeur in het karakter van de IJmuidenaar ligt besloten of dat het onwennigheid is in de omgang met zo’n prachtige besloten (openbare) ruimte.

De polderhuizen in Vijfhuizen – echte huizen maken de man

Twee dagen later gaan fotograaf Allard en ik met de Zuidtangent vanaf Schiphol naar Vijfhuizen. Het is een klein dorp ten zuiden van Haarlem dat zijn inwonertal zag verdubbelen met de bouw van de Vinexwijk Stellinghof. De polderhuizen van M3H vormen de overgang tussen het oude dorp en deze wijk.

In de gesprekken hier gaat het veel minder over het buurtgevoel en veel meer over de identiteit van de buurt. Zowel de architectuur als de ligging worden door de bewoners als bepalend voor de identiteit ervaren. Zij voelen zich sterker verbonden met het oude Vijfhuizen dan met het nieuwe Stellinghof. Het project met de polderhuizen van M3H heeft verschillende onderdelen.

Een appartementengebouw met koopwoningen ligt aan een grote groene dorpsweide. Een rijtje eengezinswoningen ligt door een waterpartij gescheiden van een tiental twee-onder-een-kapwoningen met diepe tuinen. Het dichtst tegen Stellinghof aan staat het grote polderhuis met huurwoningen.

M3H_BUURTENMAKEN_0012_110422-WoBuVijfh-M3H-06.tif

Als eerste spreken we Cynthia van de Meent (38): ‘Ik ben een dorpeling. De bouw, de rust, dat sprak me aan. Voor mijn man hoefde het niet. We hebben ons voor de grap ingeschreven, maar toen bleek dat we waren ingeloot, stond hij te dansen op tafel.

Ik voel me betrokken bij oud Vijfhuizen. Er heerst een fijne gemoedelijkheid. De feestweek is echt een dorpsbelevenis.

Het is wel zo dat Vijfhuizers en de nieuwe bewoners van Stellinghof dat samen vieren.’

Cynthia en haar gezin wonen in het blokje eengezinswoningen: ‘In dit blokje zorgen we echt voor elkaar. Als de buren er niet zijn, zetten wij hun bak buiten, we letten op elkaars kinderen (…) Met de bewoners in het appartementengebouw hebben we geen contact. Met de bewoners aan de andere kant van het water hebben we in het eerste jaar nog een keer samen gebarbecued.’

M3H_BUURTENMAKEN_0011_110422-WoBuVijfh-M3H-12.tif

Cynthia brengt ons naar haar buurvrouw, Kim Hendriks (26). Een klein meisje zit in een opblaasbad, er staat een trampoline in de tuin, en twee hondjes scharrelen rond.

‘Voor mij hoort dit buurtje nog bij de oude dorpskern. Dit buurtje heeft iets van de oudbouw en toch is het nieuw. Zo hadden ze heel Stellinghof moeten maken, het past goed bij het oude dorp.’

Zij en haar man woonden eerst in een volksbuurt in Heemstede: ‘Daar gaat het er anders aan toe, veel spontaner. Hier is het dorpser, mensen zijn ook meer op zichzelf. Iedereen werkt en in de winter kom je elkaar nauwelijks tegen. Toch komen we in dit blokje veel bij elkaar over de vloer, we zorgen voor elkaars kinderen en hebben soms spontaan een barbecue. Met de mensen uit de huizen aan de andere kant van het water hebben we ook een keer gebarbecued, daar waren de bewoners uit de appartementen niet voor uitgenodigd.’

We lopen een rondje om het appartementenblok. Elk vanaf hun eigen balkon staan twee buurvrouwen met elkaar te praten. We mogen binnenkomen bij Tini van de Akker (67). Samen met haar man is zij vanuit een groot huis met een tuin in Schalkwijk naar dit appartement verhuisd: ‘We fietsten toevallig langs en zagen het bouwbord staan. De bouw vonden we erg leuk en het is precies geworden zoals op het plaatje in de verkoopbrochure.’ Haar man Edy van den Akker (69) pakt de brochure erbij: ‘Ik vind het mooi hoe alles is afgewerkt en wat ze met het metselwerk hebben gedaan.’ Hij wijst op de regenpijpen en het staand metselverband langs de dakrand. ‘Ook de gemêleerde steen die overal is gebruikt, maakt het echt een eigen buurtje. De klok is een cadeautje van de architect. Sommige mensen denken daardoor dat dit het dorpshuis is.’ De buurvrouw blijkt geen bewoonster, maar een oma die op haar kleinkind past. Ze overweegt om met haar dochter van huis te ruilen. Zij heeft een huis met een tuin: ‘Dat is natuurlijk heerlijk voor een kind.’

M3H_BUURTENMAKEN_0010_110422-WoBuVijfh-M3H-17.tif

Tini van den Akker: ‘Jong en oud woont hier door elkaar. Dat vinden wij fijn. De meesten werken nog. Onderling hebben we niet veel contact, we zeggen elkaar gedag in het trappenhuis. Met de andere mensen uit het buurtje hebben we eigenlijk geen contact.’ Ook Edy en Tini voelen zich meer verbonden met oud Vijfhuizen dan met het nieuwe deel. Tini is zeer stellig: ‘Ik vind Stellinghof niet mooi. Ik vind het ook niet prettig om doorheen te lopen.

Dus als ik met de Zuidtangent ga, loop ik buitenom naar de halte. Ik ben voornamelijk op het oude Vijfhuizen gericht.’

Als we weer buiten staan, ontmoetten we Ben Möharingen (54) met zijn hond Doris. Hij woont in een van de grotere huizen van de buurt: ‘Ik wilde een echt huis en niet zo’n blokkendoos zoals in Stellinghof. Dit is echt een eigen buurtje, we zeggen elkaar allemaal gedag. Ik heb geen hulp nodig, maar soms doe ik wel iets voor een buurman. Ik ken met name de mannen, de vrouwen herken ik wel, maar ik weet bijvoorbeeld niet hoe zij heten.’

Ook in dit gesprek komt de relatie met het oude Vijfhuizen ter sprake: ‘Echte Vijfhuizers kennen elkaar allemaal, of ze nu in Stellinghof wonen of Vijfhuizen. In hun ogen zijn wij stads. Voor onze kinderen is de stad te ver weg, zij willen graag terug naar Haarlem. Daar was de buurt waar we woonden groter. Het was ook nieuwbouw, maar er was meer gezamenlijkheid, er waren veel meer feesten. Hier is iedereen meer op zichzelf.’ Nadat we zijn vijver met sierkarpers hebben bekeken, lopen we verder.

Het buurtje wordt afgesloten met het grote polderhuis met sociale huurwoningen. In een benedenwoning woont Janie Daniëls (69). Met haar man woonde ze in Edam, en daarvoor in de Jordaan. Na zijn dood is zij hier komen wonen: ‘In Vijfhuizen heb je een oude kern, dat is fijn, maar als ik straks niet meer kan autorijden dan vind ik het hier te klein. Ik ken de mensen uit de buurt en zeg iedereen die langskomt gedag. Tot vorige week had ik een heel goed contact met de buurvrouw, maar nu hebben we een conflict over de parkeerplek van mijn auto. Ik kan niet meer ver lopen.’

M3H_BUURTENMAKEN_0009_110422-WoBuVijfh-M3H-31.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0008_110422-WoBuVijfh-M3H-29.tif

Als we op de brug over het watertje staan, raken we in gesprek met Corsmas Goemans (58). Terwijl we staan te praten komt zijn vrouw Ineke Somers (55) thuis. Zij woonden aan de rand van Hoofddorp, tot Floriande werd gebouwd: ‘Hoofddorp is te stedelijk, Vijfhuizen is een dorp met een hechte dorpsgemeenschap, hier zegt iedereen elkaar gedag.’ Ook zij fietsten toevallig langs het project. Er waren 800 gegadigden voor 32 woningen: ‘Het is echt een lot uit de loterij, een traditioneel huis, op de hoek, aan het water en middenin in het dorp. Dit is het centrum, hier zit de Hoogvliet, de dokter, de apotheek (…) De kinderen zijn op een na het huis uit, maar met de bus hebben ze een goede verbinding. Voor ons is dit perfect, ook als we ouder worden, kunnen we hier blijven wonen. Vijfhuizen heeft veel voorzieningen, er is een supermarkt, een bibliotheek, je kan hier verse vis en kaas kopen en er is een geldautomaat. Alles is op loopafstand. Vijfhuizen is rollatorproof.’

M3H_BUURTENMAKEN_0007_110422-WoBuVijfh-M3H-35.tif

Ook Corsmas en Ineke waarderen de architectuur. ‘Het is een traditioneel huis met details die het bijzonder maken, dat proberen we door te zetten. We waren de eerste die een schutting hebben geplaatst, die is net als de schuren ook zwart.’ Tijdens de rondleiding door het huis toont Corsmas trots een aantal ingelijste tekeningen die M3H van het project heeft gemaakt.

Dr Huygenhof in Lent – wonen op een camping aan de rivier

Vanaf het station fietsen we over de Waalbrug Nijmegen uit en het rivierenlandschap in. In een kleine twintig minuten staan we in het Dr. Huygenhof. Rond een groot bollend grasveld staan 32 huizen. Het eerste waar ons oog opvalt, is een gedetailleerde kopie van het huis waar we voor staan. Deze dient als ombouw voor een afvalbak voor oud papier en glas. Later op de middag spreken we de eigenaar. Het is een project van zijn zoon, die wilde het huis tot in het kleinste detail nabouwen.

Ton Ammerlaan (51) blijkt de oprichter van de bewonersvereniging en uit alles wat hij vertelt voel je zijn betrokkenheid bij de hof of eigenlijk bij zijn leefomgeving: ‘De bewonersvereniging heb ik opgericht toen er problemen waren bij de bouw. Later bleek dat er vanuit de bestaande buurt veel weerstand was tegen de nieuwbouw. Samen hebben we naar oplossingen gezocht, dat bindt.’

Als voorzitter van de bewonersvereniging Het Binnenhof heeft Ton zich vanaf het begin ingezet voor gezamenlijke momenten: ‘Een keer per jaar organiseren we een groot feest, maar op zomerse dagen wordt er ook spontaan samen gebarbecued op het veld. Het is een beetje als op een camping, ’s avonds staan mensen hier buiten te badmintonnen. Niet iedereen voelt zich even betrokken, ik loop vaak samen met mijn kinderen een rondje om zwerfvuil op te rapen.’

M3H_BUURTENMAKEN_0003_110513-WoBuNijme-M3H-22.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0002_110513-WoBuNijme-M3H-18.tif

Ook de identiteit van de plek en de binding van de nieuwe bewoners met het oude Lent doet er voor hem toe: ‘Bij de onthulling van het straatnaambord bleek de naam van dr Huygen niet goed gespeld, ik ben er achteraan gegaan, maar de gemeente heeft het nooit rechtgezet. Een lid van de lokale geschiedenisclub is over deze beroemde Lentenaar komen vertellen. En van een uitgever heb ik een hele partij cd’s met het verhaal over oud en nieuw Lent gekocht. Iedereen op het hof wilde de cd hebben.

Ik had het mooi gevonden als ze hier oude fruitbomen hadden neergezet en op die manier iets van de historie van de plek hadden bewaard. Het was tenslotte een kriekengaard (kersenboomgaard).’

M3H_BUURTENMAKEN_0001_110513-WoBuNijme-M3H-29.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0005_110513-WoBuNijme-M3H-10.tif

Birgit Luers (42) woont hier vanaf het begin en houdt bewust enige afstand ten opzichte van de buurt en buurtgenoten: ‘Door de hofjesachtige opzet ontstaat al snel de suggestie dat je iets met elkaar hebt of deelt (…) Ik heb helemaal geen behoefte om deze sociale druk te voelen. Ik ken de mensen uit onze rijtje, daar heb ik ook een goede band mee. Maar in het begin vond ik het net een getto, zo op elkaar gericht en afgesloten van de rest van Lent.

Ik vind het nu juist mooi, het pleintje, de groene wadi en het is super kindvriendelijk. Als vrienden van ons op bezoek komen, gaan de kinderen meteen spelen. Ook als buitenstaanders krijgen zij gemakkelijk contact met andere kinderen uit de hof. Maar nu zijn wij toe aan een volgende fase. We zoeken een woning waar iets minder de nadruk ligt op het collectieve, iets meer privacy. Ook de kinderen hebben minder behoefte aan het pleintje voor de deur. Hun leefwereld wordt steeds groter, mijn jongens gaan nu echt in de hele wijk op pad. Het is opvallend dat in het wijkje dat er al zes jaar staat, nu pas voor het eerst woningen te koop worden aangeboden, vind ik.‘

We lopen het hofje rond. Op een bankje voor hun deur zitten Mathieu Toonen (36) en Tjalja Swart (32) samen met hun buurvrouw. Hun voortuinen vormen een geheel. Hun dochtertjes spelen samen buiten. ‘Het zijn heel verschillende typen mensen afkomstig uit alle lagen van de bevolking, die hier wonen. Sommigen zijn echte natuurfreaks, anderen zijn weer heel materialistisch ingesteld. Het is hier heel fijn met kinderen. Er wonen nu 65 kinderen op het hofje, waarvan het merendeel hier is geboren. Er zijn geloof ik drie huishoudens zonder kinderen. In het hofje rijdt alleen bestemmingsverkeer. Dat maakt het veilig. Alleen ‘s ochtends rijdt er weleens een koerier. Dat valt op, want zij rijden vaak te hard. Wij hebben het hier heel erg naar ons zin. De komende jaren gaan we zeker niet weg.’

Tjalja raakt met haar buurvrouw in gesprek over de buurt, ik praat verder met Matthieu over het rijtje waar zij wonen: ‘We doen veel voor elkaar, we letten op elkaars kinderen, onze buurvrouw wast onze ramen en wij knippen haar buxus. We zijn meer dan buren (…) We komen op elkaars verjaardag, sporten samen, maar dat geldt niet voor iedereen op de hof.’

M3H_BUURTENMAKEN_0004_110513-WoBuNijme-M3H-16.tif

M3H_BUURTENMAKEN_0006_110513-WoBuNijme-M3H-13.tif

Terwijl we toekijken hoe de kinderen spelen, vertelt hij over het grote grasveld in het midden, de wadi en de architectuur: ‘Over de wadi is lang gesteggeld met name over het parkeren. Uiteindelijk is het hekje er gekomen, dat werkt goed. Als de wadi vol staat met water is het feest, dan gaan de korte broeken en laarzen aan. Het onderhoud van de wadi en het plein wordt door de gemeente gedaan. Meestal op het moment dat je denkt dat ze weer eens het gras moeten maaien, komen ze langs. Als dat niet meer gebeurt dan zal het van bepaalde mensen in het hofje afhangen, maar ik weet zeker dat het wordt gedaan. Ik ben een echte Lentenaar en ik vind het fijn dat dit nieuwe wijkje tegen het oude Lent aanligt. Door de ronde daken kent iedereen in Lent het hofje. Het streelt je wel dat jij daar dan woont. Ik vind het een mooi project. Ik heb destijds een maquette van het huis gemaakt.’

M3H_BUURTENMAKEN_0000_110513-WoBuNijme-M3H-32.tif

Bij de zandbak met middenin een speel- en klimobject, raken we aan de praat met Bernd Wondergem (38) en Marloes van Engen (42). Zij hebben allebei in Nijmegen gestudeerd en kennen elkaar van poppodium Doornroosje. Marloes: ‘Het is hier eigenlijk net een studentenhuis, maar dan voor ouders met kinderen.

Dan verbetert zij zichzelf: ‘Nee, dat klinkt te klef, maar vanavond geeft mijn partner een feest, dan komt wel bijna de hele hof…

Een vriendin van mij zegt altijd tegen haar kinderen als ze naar ons gaan “kom we gaan naar de camping” en dat beeld klopt wel. Je moet altijd voldoende brood in huis hebben, want soms komen er opeens vijf kinderen extra eten. En als iemand een emmer ranja buiten zet, dan rent het hele spul daar op af.’